donderdag 9 juni 2011

Aardrijkskundige deel

Ik ben Bahati (15).
Ik woon in een klein dorpje in Afrika.
In het land Niger.
Mijn huis is zelf gemaakt het is gemaakt van riet.
De meeste huizen in dit dorpje zijn van riet gemaakt.
We leven hier van de jacht.
We zijn eergisteren meegenomen als slaaf door een andere stam in Afrika.
Welke stam de strijd wint zal de andere stam meenemen als slaaf.
Ik ben daar bang voor.
Die slaven verkopen ze aan Nederlanders.
We worden in een rij naar de stam gebracht.
Als je niet doorliep kreeg je zweep slagen.
Toen we bij hun stam aankwamen moesten we 1 voor 1 naar voren komen.
Want de nederlanders kwamen.
En ze roepen je naar voren en keken of je goed was.
Ze bekeken je gebit en knepen in je arme en voelde je spiere.
Wie goed was gingen mee met de nederlanders.
De nederlanders gaven voor de slaven wapens aan de stam.
We gaan nu naar de nederlandse schepen.
Ik moet nog steeds aan me moeder denken die twee jaar geleden overleed.
Hier in woon ik.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten